Hoewel België het verleden deelt met Congo, Rwanda en Burundi weten we weinig over de groep medeburgers die daar zijn wortels heeft. Vorig jaar bracht een omvangrijk onderzoek daar verandering in. Afrikaanse Belgen zijn doorgaans gelovig. Ze zijn dikwijls hoogopgeleid, maar ook vaak werkloos. En ze engageren zich, ondanks hun worsteling met discriminatie

Marie Claire Nyatanyi, voorzitter Women-UP, vrijwilligster en werkgroeplid FZO

 

MARIE-CLAIRE NYATANYI ‘We moeten wel trots zijn op onze oorsprong’

Elf jaar geleden schreef de broer van Marie-Claire Nyatanyi, geboren in Rwanda, maar al vele jaren thuis in Gent, een boek. „Gilbert had het in Symfonie van zwart en wit onder meer over jonge Belgen met Afrikaanse wortels die hard studeren, maar geen werk vinden”, zegt ze. „Een decennium later is er eigenlijk nauwelijks iets veranderd. Vriendinnen met goede diploma’s werken als poetsvrouw en mijn oudste dochter, die in Limburg woont, is werkloos, ondanks netjes afgeronde studies aan de hogeschool en avondschool. Velen denken dat je daarin makkelijk verandering brengt, als je dat maar wil. Dat is niet zo. Je kunt slechts blijven proberen.” Nyatanyi heeft de Belgische nationaliteit en voelt zich Belg. „Maar ook Afrikaanse. Zelfs met mijn Belgische identiteitskaart blijf ik echter de vraag krijgen waar ik vandaan kom. Blijkbaar kan ik geen echte Belg zijn, dus moet ik wel trots zijn op mijn oorsprong. Wanneer er iets in Afrika gebeurt, in welk land ook, voel ik me betrokken. En ook hier hebben we onze eigenheid. Zondag is bijvoorbeeld nog een bijzondere dag voor ons. Zelf trek ik dan naar een reguliere katholieke parochie. Anderen kiezen voor Afrikaanse gemeenschappen, maar ik ken haast niemand van Afrikaanse afkomst voor wie het geloof niet belangrijk is.” Of ze andere waarden heeft dan de gemiddelde Belg? „In onze cultuur klopt het niet dat een man in de keuken komt, maar hier houd je je huishouden niet draaiende als je niet allebei je steentje bijdraagt”, zegt ze. „In de praktijk leven we hetzelfde als onze buren en voor onze kinderen is dat de normaalste zaak van de wereld, maar voor ons blijft het vreemd voelen.”