Wij mochten van minister Van Brempt een reactie ontvangen op onze eigen open brief naar aanleiding van het rapport dat zij bestelde omtrent de structuur en de werking van de allochtone vrouwenbewegingen. (voor onze oorspronkelijke reactie: zie hier).
In het antwoord wordt ingegaan op onze opmerking dat verenigingen te weinig werden gehoord voor dit onderzoek; volgens de minister was er weinig tijd voor interviews maar heeft de onderzoekster aan enkele activiteiten, o.a. van "Postküder" (sic), deelgenomen.
Ook op een tweede punt dat wij aankaartten, namelijk dat federaties zogezegd tekortschieten in de ondersteuning van vrouwenbewegingen, wordt geantwoord. Wij schreven: "wie met het verdwijnen van structurele steun de allochtone vrouwenbeweging dood verklaart, negeert de resultaten die in de afgelopen decennia zijn geboekt en de rol die federaties op dit moment spelen." In de brief wordt enerzijds gezegd dat de gebrekkige ondersteuning door federaties "door verschillende verenigingen en bevoorrechte getuigen aangehaald werd en dus niet kon ontbreken in het rapport." Maar, zo nuanceert de minister: "Uw koepelorganisatie wordt hier uitdrukkelijk genoemd als een federatie die zich toespitst op het versterken van het allochtone vrouwenmiddenveld."
"De problemen van allochtone vrouwen worden nog onvoldoende in (beleids)voorstellen vertaald door het brede allochtone en/of vrouwenmiddenveld. Verdere inspanningen op dit vlak zullen voor ons allemaal een uitdaging blijven." Maar in het besluit bevestigt de minister haar geloof in zelforganisaties en hun koepels.