Slechts 74 of 5.8% van de 1.272 kandidaten die de acht grootste Vlaamse partijen voordragen voor de Kamer is allochtoon. Dat is driemaal minder dan het aandeel van de allochtonen in de Vlaamse bevolking (21,6%). Voor de Senaat ligt het percentage nog lager: 5,4% of 19 kandidaten, zo blijkt uit berekeningen van socioloog Jan Hertogen, die woensdag in Het Belang van Limburg staan.
In Oost-Vlaanderen zijn de allochtonen het best vertegenwoordigd bij de kandidaten voor de Kamer. De "vertegenwoordigingsgraad" - verhouding van het percentage allochtone kandidaten tot het percentage allochtonen bij de bevolking - bedraagt er 76% tegen 32% voor heel Vlaanderen. Na Oost-Vlaanderen volgen: Limburg (52%) en Antwerpen (48%).
Bij de partijen prijkt de extreem-linkse PVDA helemaal bovenaan. Zij telt 18,1% allochtone kandidaten. Dan volgen: sp.a (11,6%), Groen! (8,7%). Onder het gemiddelde zitten volgens Hertogen: CD&V, Open Vld en N-VA met elk 3,6%, LDD (2,9%) en VB (1,4%).
Voor de Senaat sp.a bovenaan met 97% (dus: procentueel bijna zoveel allochtone kandidaten als er allochtonen in de bevolking zijn), voor Groen! (60%), PVDA (36%) en LDD (12%). De andere partijen hebben volgens Hertogen geen allochtone kandidaten.
Hertogen rangschikt mensen als "allochtoon" op basis van de vreemde familienaam (Turks, Aziatisch, Arabisch, Congolees) die ze hebben.
De telling houdt geen rekening met de positie op de lijst voor allochtone kandidaten. Als we op alle lijsten naar de eerste 5 plaatsen kijken, wordt het percentage allochtonen zelfs nog iets lager. Er zijn 280 zulke plaatsen (8 partijen in 7 kiesomschrijvingen x 5), daarop staan 16 leden van etnisch culturele minderheden. Dat maakt 5,7%. Slechts één lijst wordt getrokken door iemand van allochtone afkomst: bij Groen! in de provincie Antwerpen staat Meyrem Almaci bovenaan.