Minister Pascal Smet, die in september nog het hoge woord voerde over de verantwoordelijkheid van allochtone ouders om hun kinderen Nederlands bij te brengen en beloofde dat alles in het werk zou worden gesteld om de taalachterstand van allochtone kinderen weg te werken, zal naar alle waarschijnlijkheid het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen sluiten. Hieronder de reactie van Kris Van den Branden, hoofddocent taalkunde aan de KUL en directielid van het Centrum voor Taal en Onderwijs.
Ceci n’est pas un taalbeleid
Morgen stelt minister Smet zijn beleidsnota onderwijs voor. Op basis van de geluiden die we begin deze week van de minister mochten opvangen, zal daarin veel aandacht gaan naar de talentontwikkeling van alle leerlingen. Dat is zeer terecht. In ons onderwijs gaat nog steeds zeer veel talent verloren. Volgens de minister heeft dat zeer veel met taal te maken. “Alles staat of valt met taal”, noteerde een krant een paar dagen geleden uit de mond van de minister. Heel wat anderstalige leerlingen presteren ondermaats in ons uitstekende onderwijs: zij haken af, ontwikkelen leerachterstand, stromen niet door naar hoger onderwijs, zijn oververtegenwoordigd in het BSO, en ontwikkelen een aantal basiscompetenties (onder andere geletterdheid) onvoldoende om sterk en weerbaar te staan in de maatschappij. De minister kondigde daarom aan dat gerichte actie op het vlak van taalstimulering nodig is: scholen moeten extra ondersteund worden om ervoor te zorgen dat alle leerlingen voldoende Nederlands leren om zich maximaal te ontplooien. Logisch, niet?
Maar: er moet bespaard worden. Het budget is krap. Gisteren kondigde het kabinet van diezelfde minister Smet aan dat het Centrum voor Taal en Onderwijs, hét enige expertisecentrum op het vlak van taal en gelijke onderwijskansen dat Vlaanderen rijk is, vanaf 1 januari 2010 financieel zal worden drooggelegd. Dit centrum ondersteunt al een heel aantal jaren schoolteams en pedagogische begeleidingsdiensten, en inspireert hen via praktijkgerichte navorming, coaching en materiaalontwikkeling, om een zo krachtig mogelijk taalonderwijs te ontwikkelen in scholen met veel anderstalige leerlingen. Een paar voorbeelden: het Centrum voor Taal en Onderwijs werkt op dit moment met een aantal BSO-scholen aan de stimulering van geletterdheid van 14- tot 18-jarigen, om te vermijden dat nog meer jongeren laaggeletterd het onderwijs verlaten. Pionierswerk, dat moest doorstromen naar alle BSO-en TSO-scholen van Vlaanderen. Het Centrum voor Taal en Onderwijs ondersteunt secundaire scholen rond taalbeleid om ervoor te zorgen dat in alle vakken goed met taal wordt omgegaan, en alle leerlingen voldoende Nederlands leren. Broodnodig werk. Het Centrum voor Taal en Onderwijs ondersteunt het onderwijs Nederlands als Tweede Taal voor volwassenen, zodat ouders van anderstalige leerlingen makkelijker kunnen communiceren met de school. Baanbrekend werk. Scholen en pedagogische begeleidingsdiensten vragen om dit soort van praktijkgerichte én wetenschappelijk onderbouwde input, en Vlaanderen beschikt over een expertisecentrum dat internationaal hoge ogen scoort, en nationaal heel veel waardering en erkenning geniet van scholen: Schluss damit.
De minister overweegt het invoeren van taaltoetsen, lazen we in de krant. Om laagtaalvaardige leerlingen op te volgen. Ja, maar dan? Scholen zitten niet zozeer te wachten op nog een toets die aantoont hoe zwak de taalvaardigheid van sommige leerlingen wel is, maar vooral op een antwoord op de vraag: wat doen we met die resultaten? Hoe zorgen we ervoor dat remediëring een verrijking voor de leerling wordt, en geen verarming? De gezamenlijke expertise van pedagogische begeleidingsdiensten en het Centrum voor Taal en Onderwijs kan daar een antwoord op bieden. Het antwoord zal op zich laten wachten….
Slotsom: Het kabinet mag dan misschien op korte termijn geld besparen, op lange termijn zou het probleem van de kansenongelijkheid in het onderwijs wel eens verder kunnen uitgroeien. Het gevolg is makkelijk te voorspellen: binnen drie jaar verschijnt er een hallucinant onderzoeksrapport over de groeiende ongelijkheid in het onderwijs en het groeiend taalprobleem van veel jongeren, waarop de minister moet besluiten dat er dringend heel veel geld moet geïnvesteerd worden in… de ondersteuning van scholen en pedagogische begeleidingsdiensten op het vlak van taal. Op dat moment is alle expertise van het Centrum voor Taal en Onderwijs al lang verdwenen.
By the way: niet alleen het Centrum voor Taal en Onderwijs wordt drooggelegd. Dit Centrum maakt deel uit van het grotere Steunpunt Gelijke Onderwijskansen, dat schoolteams op tal van onderwijsaspecten (lang niet alleen taal) ondersteunt. Dat hele Steunpunt wordt opgedoekt. Het is maar dat u het weet, en er de logica van inziet.
Kris Van den Branden