Het Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana is één van de nieuwste leden van FZO-VL, maar sinds de vereniging in de loop van vorig jaar actief werd, organiseerde ze al verschillende activiteiten voor de Afrikaanse en in het bijzonder Ghanese jeugd in Gent. Over een maand viert het Centrum officieel zijn oprichting in de Centrale - de uitnodiging staat verder in de nieuwsbrief - dus vonden we het tijd voor een interview. Maar nog voor we konden vragen wat voor hen de belangrijkste redenen waren om zich te verenigen, ontspon zich het volgende gesprek
Eric (secretaris): Ons belangrijkste doel is de succesvolle integratie van onze jongeren, door hen te steunen bij de moeilijkheden die ze hier ondervinden. We zijn in de eerste plaats een jeugdvereniging, maar we vinden dat jongeren gestuurd mogen worden – daarom helpen wij als volwassenen om richting te geven als de jongeren het moeilijk hebben.
Onze jongeren zitten vaak gewrongen tussen verschillende culturen: de school is anders dan de cultuur van hun ouders die thuis hun identiteit bepaalt, en in de samenleving worden ze geconfronteerd met alle soorten mensen: Aziaten, Turken, Noord-Afrikanen, noem maar op ...
In die situatie willen wij helpen om hun identiteit te vormen door hen eraan te herinneren waar ze vandaan komen. Want er wordt veel van hen verwacht, ze worden door hun omgeving en door hun thuisland als Europeanen beschouwd.
We kunnen natuurlijk de rol van migratie in de ontwikkeling van Afrika niet onderschatten: de geschiedenis Europa en Azië is in grote mate een geschiedenis van migratie; als zwart Afrika moet ontwikkelen, zullen we de input van onze jongeren hier hard nodig hebben.
Maar ik zit hier over jeugd te praten als volwassene - misschien wil Joseph, onze jeugdcoordinator , hier wel wat aan toevoegen
Joseph (jeugdcoordinator): Mijn antwoorden zullen misschien wat verschillen omdat ik hier opgegroeid ben en mijn perspectief dus meer dat van de doelgroep is. Ik zou wat dieper willen ingaan op de veelheid aan verwachtingen die op de jeugd rusten, zoals onze secretaris al zei.
Er zijn de verwachtingen van de ouders, van de gemeenschap ... De oudere generatie heeft heel wat doorgemaakt, ze komen van ver en verwachten daarom dat jij het hier makkelijker hebt. Ze verwachten dat de jongere generatie dokter of advocaat wordt, of minstens universitaire studies doet. Daarom moeten we sterke fundamenten leggen, ook op het vlak van de ouders: als de ouders de taal niet spreken, het onderwijssysteem niet kennen is het risico groot dat hun verwachtingen niet ingevuld worden en dat de jeugd uiteindelijk slechter af is.
Rebecca (de penningmeesteres is er ondertussen bij komen zitten): Onze activiteiten liggen in deze lijn: we werkten al samen met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding voor een vorming over schoolmogelijkheden in Vlaanderen, en met het CLB en Agora voor een signalenronde waarbij ouders hun vragen over het schoolsysteem konden stellen.
Daarbij kwamen pijnlijke zaken naar boven, zoals een kind dat door een leerkracht “koning van de jungle” werd genoemd, of een leerkracht die vraagt: “denk je misschien dat je hier in Afrika bent, waar je op de bomen mag rondspringen”. Dat heeft een nefast effect op het zelfbeeld van een kind, het brengt een kind ertoe school te haten en te spijbelen.
Eric: Omdat tijd die op school wordt doorgebracht veel belangrijker en langer is dan de tijd die een kind thuis doorbrengt, haalt dat soort uitspraken kinderen onderuit. Één zo'n opmerking en een kind sluit zijn oren en zijn geest af, de tijd op school is verloren en het kind is getekend voor het leven. Ik ben zelf leerkracht van beroep, en ik kan je zeggen: slechte leerkrachten richten meer kwaad aan dan eender wie!
Rebecca: Terwijl kinderen helemaal niet in huidskleur denken. Mijn dochter schrikte toen ze haar grootmoeder voor de eerste keer zag; ze vond het ongelooflijk dat haar oma zwart was!
Joseph: Eens dat onderscheid wordt ingevoerd, blijft het tekenend voor de rest van het leven. Het vestigt een laag zelfbeeld, jongeren krijgen het gevoel dat ze nooit hetzelfde niveau als de anderen zullen bereiken. Het stelt ze voor de vraag: “zwart of wit, waarbij hoor ik nu eigenlijk?” en dat gaat dieper dan racisme, het is psychologische onrust.
Dat wordt ook nog versterkt door reacties van de samenleving. Jonge Afrikanen, minderheden in het algemeen, worden al niet bijzonder gestimuleerd op school; op een job, als je bijvoorbeeld achter een bureau zit, word je ook nog eens bekeken als een vreemde. Terwijl mensen je soms jarenlang alle dagen zien voorbijkomen met je schooltas! Denken ze dan dat ik studeer om op fabriek te gaan?
Eric: Met deze vzw willen we de jeugd vooruithelpen, hen beschutten en het gevoel geven dat ze ergens terechtkunnen, dat ze aanvaard en gegidst worden. We zouden onze jongeren graag in betere posities zien, hen betere dingen zien doen, en daarvoor willen wij de basis leggen. Daarom richten we ons onvermijdelijk ook op de ouders, proberen we bruggen te slaan waar bijvoorbeeld door de taal verdeeldheid heerst.
We zetten daarop in, omdat als een ouder het schoolboek van zijn kind niet begrijpt, hij of zij ook moeilijk kan helpen. Daarom brengen we ouders en jongeren samen in activiteiten. Als het kind leert, leren de ouders ook en kan het kind zelfs de ouders helpen. Het werkt langs twee kanten: als de ouders pushen, zal het kind ook pushen.
Bovendien, kinderen opvoeden gaat ver in Afrikaanse culturen: kinderen moeten niet alleen naar hun ouders luisteren, maar ook naar een andere man of andere vrouw. Andere mannen en vrouwen hebben dus ook de verantwoordelijkheid voor het opgroeien en het opvoeden van de kinderen. Als onderwijs het belangrijkste is, dan is dat ieders zaak.