Zijn nieuwkomers de eerste slachtoffers van de crisis? Zijn er oplossingen voor de hoge werkloosheid onder allochtonen?
Mohamed Ridouani: Zowel nieuwkomers als mensen van de tweede en derde generatie zijn als eerste slachtoffer geworden van de crisis. Maar de oplossing moet niet gezocht worden in positieve discriminatie. Eerst en vooral moet discriminatie bij de aanwerving worden aangepakt, maar discriminatie is natuurlijk een veel ruimer probleem dat in zijn geheel moet worden bestreden – kijk maar naar het blijvende probleem met diploma's.
Arafat Bouachiba: Zijn allochtonen de eerste slachtoffers? Discriminatie op de arbeidsmarkt was er al voor de crisis, maar wordt er nu door versterkt. Om die discriminatie aan te pakken moet je natuurlijk wel kunnen bewijzen dat de werkgever echt discrimineert.
Wij geloven niet in positieve discriminatie, maar pleiten voor een betere ondersteuning van de meldpunten die naar het voorbeeld van het Gentse “Meldpunt discriminatie” zijn opgericht. Er moet gestreefd worden naar een betere samenwerking met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.
Elke Decruynaere: Er bestaan al wettelijke middelen, zoals de anti-discriminatiewet en het Vlaamse gelijkekansendecreet, maar die leveren niet genoeg op. Daarom vinden wij het zeer belangrijk dat er de praktijktests ingevoerd worden, en dat die rechtsgeldig zijn. Want het is duidelijk dat allochtonen de eerste slachtoffers van de crisis zijn. Dat ligt eraan dat allochtonen overwegend in slechte statuten tewerkgesteld zijn, maar ook aan het zogenaamde last-in – first-out-mechanisme: allochtonen werden pas aangeworven als er bijna geen Belgische werklozen meer waren.
De belangrijkste oplossingen voor deze hoge werkloosheid blijft volgens ons opleiding en het informeren van werkzoekenden.
Veli Yüksel: Allochtonen werken in de klassieke sectoren zoals textiel, metaal, auto-industrie, ... die het hardst getroffen zijn door de crisis. Daar komen de kwetsbare statuten en het interimwerk plus de lage scholingsgraad bovenop. In minder kwetsbare sectoren, zijn allochtonen ondervertegenwoordigd: bij de Vlaamse overheid werken er 700, dat is niet meer dan 2% van het totaal aantal Vlaamse ambtenaren. De stad Gent doet het als werkgever met amper 3,3% allochtone personeelsleden amper beter.
Françis Van den Eynde: Ik ben blij dat ik eens mag uitleggen waarom ik vind dat het woord discriminatie veel te vlug gebruikt wordt. Wij geloven dat als er genoeg werk zou zijn, iedereen zou werken. Maar wij vinden het niet meer dan normaal dat een werkgever de voorkeur geeft aan het eigen volk en dat dit ertoe leidt dat Vlamingen eerder werk krijgen dan allochtonen.
Fatma Pehlivan (sp.a) (stormt de zaal binnen): Meneer Van den Eynde, dat is puur racisme! Puur racisme, zo noem ik dat!
We moeten investeren in jobs voor iedereen. Dat veronderstelt inzet om de instroom van allochtonen bij tewerkstelling te versterken, onder andere door te investeren in een diversiteitsbeleid. We zouden daartoe ook graag de taalvereisten bij aanwervingsexamens verlagen, maar dat is helaas een federale materie. In elk geval is er vooruitgang geboekt
Veli Yüksel: We merken dat tewerkstelling een thema is dat de mensen na aan het hart ligt. Daarom pleiten wij dat er rekening gehouden wordt met adviezen van het middenveld bij het tewerkstellingsbeleid, dat er samengewerkt wordt met middenveldorganisaties zoals de jobbeurs van Kif-Kif, dat er convenanten worden afgesloten met organisaties, ...
Als er in Gent vooruitgang geboekt is, is die veel te traag: de stad heeft op dit moment amper 3,3 % allochtonen in dienst.
Mohamed Ridouani: In Leuven zijn wij van 2% naar 8% allochtone werknemers gestegen, maar daarvoor volstaat een diversiteitsplan – dat vaak een lege doos blijft – niet. Je moet investeren in toeleiding naar de jobs, je moet samenwerken met organisaties om mensen op de hoogte te brengen van de vacatures en je moet als stad doordringen in de gemeenschappen om mensen als het ware “in de vacatures binnen te trekken”.
Arafat Bouachiba: Wel, schepen Matthias Declercq heeft dat met “Gent, Stad in Werking” al mooi nagestreefd. In dat project worden allochtonen en ondernemers aangesproken, onder andere via de werking met allochtone rolmodellen, de zogenaamde ambassadeurs.
Elke Decruynaere: Dan is hij zelf wel een bijzonder slechte ambassadeur: zijn hoofddoekenverbod heeft mensen vooral afgeschrikt om bij de stad te komen werken. Wij zijn voorstanders van een systeem ...